El Salvador

23 februari 2017 - El Remate, Guatemala

Vanuit León op naar El Salvador! In 2015 was dit het gevaarlijkste land ter wereld (buiten oorlogsbieden). Het kent één van de hoogste moordpercentages ter wereld. Cijfers variëren van 1 moord per uur tot ruim 10 moorden per dag. In januari 2017 hadden ze notabene een ´feestdag´, omdat er een dag geen moorden gepleegd waren... Gelukkig voor de toeristen zijn het vooral enkele grote bendes die het op elkaar voorzien hebben. Bovendien staat er op diverse plaatsen, ook waar toeristen komen, bewaking. Maar dankzij de buitengewoon vriendelijke bevolking hebben wij ons hier werkelijk geen seconde onveilig, maar juist zeer welkom gevoeld! De overheid schijnt er sinds 2015 ook flink werk van gemaakt te hebben om de criminaliteit terug te brengen en naar eigen zeggen zou het aantal moorden bijna met de helft gedaald zijn. In elk geval: het beeld van El Salvador moet door de media echt eens bijgesteld worden!

Anyway: in León worden we kort na 04.00 uur door een taxi opgehaald en gedropd bij een benzinestation net buiten de stad. Hier worden we een kleine drie kwartier later opgehaald door een luxe Del Sol bus, zeg maar koelkast. Jezus, wat was het koud, maar gelukkig kreeg je kussentjes en dekentjes. Na enkele uren bereikten we al de grens met Honduras (als je over land gaat, moet je nl. door Honduras om in El Salvador te geraken. We wilden graag over zee, langs de kust en mooie eilandjes, maar dat was heel duur en bovendien deden ze dat alleen bij een minimum van 8 personen). Grens ging vlot. Wat ons opviel, is dat hier veel meer afval langs de weg lag. En gedurende de hele rit, zeker in El Salvador zagen we de ene na de andere vulkaan. Soms ook rokend. Gaaf! De grens met El Salvador ging wat anders. We hoefden de bus niet uit. De douane kwam naar ons. Eerst twee verschillende personen van de douane en toen iemand van de narcoticabrigade met een hele mooie Duitse herder. Die moest ook aan Ilona´s broekzak snuffelen (tja, Nederlanders zullen wel drugs hebben??). Daarna werden de twee andere honden van de K9 eenheid losgelaten in de bagageruimten (op de wand van het K9 kantoor zagen we de namen van drie honden staan). Waarschijnlijk was elke hond getraind om een andere drug op te sporen. Na een uitgebreide inspectie mochten we door, helaas zonder stempel in ons paspoort. Na nog eens vier uur rijden kwamen we in San Salvador aan. Vanuit hier met een taxi naar Santa Ana. Toen we in de straat van ons hostel aan kwamen dachten we echt even, waar zijn we nu beland? Straten waren slecht verlicht en verlaten. Maar eenmaal binnen bij Casa Verde voelden we ons meteen thuis. Beste hostel ooit. By far! We zouden willen dat we dit hostel en zijn eigenaar (en taxichauffeur) overal mee naartoe konden nemen!!! Alles klopte. Naam om te onthouden als je hier naartoe gaat! En Santa Ana was volstrekt veilig om ´s-avonds rond te lopen, dus de donkere straten meteen opgezocht en boodschappen gedaan in een supermarkt. Duur is het hier zeg (bijv. 1 vleestomaat € 0,75, 3 kleine aardappelen ruim € 1,50, 1 liter yoghurt (met zoetstoffen, jak!) meer dan € 3,-)! Maar ja, dan moet je ook boodschappen doen op de markt. Veel goedkoper! Ilona had nog snel een Pupusa op straat geprobeerd: een maistortilla met, naar keuze kaas, bonen, vlees, met een zoet, vooral zure kool (à la atjar tjamboer) en hete saus. Volgende dag met de chicken bus naar kratermeer Coatepeque. Was een gezellige rit van ca. 1 uur: de chauffeur had een goede muzieksmaak en draaide vooral Engelse jaren ´60, ´70 en ´80 muziek (denk Duran Duran, Eurythmics, Tears for Fears, Rolling Stones). Waarschijnlijk zag de chauffeur dat Ilona genoot, dus de muziek werd steeds harder gezet . Er wordt sowieso veel Engelstalige muziek gedraaid, ook al kan bijna niemand Engels. Ook hier weer verkopertjes in de bus. Eén hele slimme ;-): die gaf iedereen één suikerpinda om te proeven. Dus daar hebben we een zakje van gekocht, dat snappen jullie. Eenmaal bij het prachtige meer aangekomen, merkten we dat het niet heel erg op toeristen is ingericht. Er waren wel wat restaurantjes op palen. Maar nergens ligstoelen of toegang tot een strandje. Terwijl het water nog wel zo helder is! Wel had een enkel restaurant een soort afgebakend gebiedje gemaakt van enkele vierkante meters om te zwemmen in het restaurant (trapje naar beneden naar bak met houten wanden en houten vloer). Bootjes en waterscooters die je kon huren vaarden op en neer, dus zwemmen was waarschijnlijk ook geen slim idee. Verder zagen we een duikschool. Leek ons wel leuk om te doen, maar er was geen kip te bekennen. Helaas. Verder hier veel dure huizen van rijke mensen. Na een tijdje genoten te hebben van het mooie uitzicht en een lunch ´tipico´ naar binnen gewerkt te hebben, teruggegaan met de chicken bus. ´s-Avonds, tot groot ongenoegen van hostel eigenaar Carlos ;-), gegeten bij fastfood restaurant Pollo Campero uit Guatemala.
Volgende dag de grootste vulkaan van El Salvador beklommen: de Santa Ana (2.381m). Eénmaal per dag, om 11.00 uur kun je als groep omhoog met gidsen: één gids voorop en één gids achteraan. Gedurende de wandeling van 4 uur (op en neer) was er ook gewapende bewaking. In het begin liepen we vooral omhoog tussen bomen, maar op een gegeven moment was het terrain open met prachtige rotsen en agaves. En wat een waanzinnig uitzicht op het kratermeer Coatepeque en de iets kleinere stratovulkaan Izalco (1.950m), een jonge, perfecte zwarte kegel. Maar het werd nog veel beter (en kouder) toen we bij de krater van de Santa Ana aankwamen. Die is enorm met een ongelofelijk mooi, melkachtig en lichtrokend, turquoise meer. De Ierse Ruth met wie we liepen, moest lachen om onze enthousiaste reactie toen we het meer zagen . Die avond gaan eten bij Simmerdown, een restaurant wat de goedkeuring van Carlos (en zijn broer en de chauffeur) wel had. Sterker nog, we werden er gratis per taxi naartoe gebracht! (Maar de 'boeven' hadden een dag later zelf fast food bij Mc Donalds gehaald..).

Dag erna door Santa Ana geslenterd. Met name over de enorme markt. Zo leuk! En wat een aardige mensen steeds: je voelt je enorm welkom! Op de overdekte markt liet Peter zijn haar voor $1 kortwieken (officieel betaalmiddel in El Salvador is de US Dollar). Best genant dat hij voor mocht op een jochie dat al zat te wachten, maar daar valt toch niets tegenin te brengen. Hoort bij de gastvrijheid .

Volgende dag helemaal veel markten, want toen gingen we de Ruta de las Flores doen. Maar eerst hebben we de watervallen 'Chorros de la Calera' bezocht. Water wordt gebruikt om elektriciteit mee op te wekken, om in te zwemmen en ongetwijfeld ook om te wassen. Waren best maffe watervallen (met eronder waterbassins). Het water kwam uit de rotsen en verdween ook weer in de rotsen. Geen rivier of zo te ontdekken.. Nog wat aan blaadjes van een Pimienta Negro (zwarte peper) boom gesnuffeld, lekker hoor, en toen op naar het eerste van de vier dorpjes van de 'bloemenroute' (Juayúa, Apaneca, Ataca en Ahuchapan). Het ging hier niet om de bloemen, maar om de festivals die de dorpen hier elke (!) zaterdag en zondag houden. Denk braderie. Inclusief kraampjes met ambachtelijke producten, volop eten, pony rijden voor kinderen en zelfs een treintje om in rond te rijden. In het laatste dorp niet zo denderend geluncht, maar dit goed gemaakt met een goede bak koffie (de koffie uit El Salvador zou tot de beste ter wereld behoren?). Plus een zoetzoute quesidilla.
Op de terugweg nog snel langs Tazumal: een Maya tempel. Was al gesloten, maar door het hek konden we de tempel goed zien. Stelt niet heel veel voor vergeleken met de tempels in bijv. Guatemala, Belize en Mexico, dus maar goed dat dit onze eerste was .

Foto’s

2 Reacties

  1. Mam/Pap:
    23 februari 2017
    Ik proef de sfeer,prachtig allemaal zou zo weer terug willen
  2. Jolanda Salemans:
    23 februari 2017
    Echte vulkanenjagers lees ik. Top verhalen, ben er bijna echt bij ;-)